De meeste wijnen worden droog gevinifieerd. Behalve in roestvrij staal gebeurt de opvoeding ook nogal eens in barrique. Daarvoor is dan wel een hoogwaardige basiswijn nodig. Frisse, fruitige wijnen worden ook tot sekt verwerkt. Kenmerkend voor Chardonnay is een geur van meloen, exotisch fruit, overrijpe kruisbessen of ook van niet helemaal rijpe appel. Betere kwaliteiten bezitten meestal de nodige alcohol en extract. Ze hebben body en lengte. Zijn ze in barrique opgevoed, dan worden de primaire fruitaroma’s aangevuld met die van hout.Aangezien Chardonnay in verschillende stijlen wordt aangeboden, van frisse Qualitätswein tot weelderige droge Auslese, kan hij op de meest uiteenlopende momenten gedronken worden. Lichte, jonge wijnen zijn goede begeleiders van vis en schelpdieren, krachtige versies, al dan niet met hout, passen goed bij wit vlees of pittige kaas.